Columns

Oordelen

Een oordeel is zo gemakkelijk geveld. Over het uiterlijk van iemand, een manier van doen, een manier van aanpakken. We hebben allemaal onze eigen afkomst en daarmee ons eigen referentiekader. Hierbinnen worden bepaalde uiterlijkheden en gebruiken heel normaal gevonden. Van daaruit zijn we geneigd om te oordelen over een ander. Iemand uit een criminele familie die anderen berooft, doet dat vanuit zijn systeem van herkomst met een volkomen zuiver geweten. Hij kent eenvoudigweg niet anders. Een ander die zeer streng is opgevoed zal zoiets nooit doen, omdat dat niet past binnen zijn gezin van herkomst. Hij zal worden afgewezen en buiten de groep vallen als hij bepaalde dingen doet die binnen zijn systeem niet getolereerd worden.

Sinds ik meer en meer door een systemische bril naar de wereld en mijn omgeving ben gaan kijken, gaat het kijken zonder oordeel me steeds beter af. Als je denkt aan al onze voorgangers (ouders, grootouders, overgrootouders en ga zo maar door) dan komt het besef dat er allerlei soorten mensen in die groep zitten. Mensen waarvan jij als mens het speerpunt (hun nakomeling) bent. Van al die mensen draag je eigenschappen in je, die naar buiten komen zodra je erop wordt uitgedaagd in je leven. Vanuit die gedachte kun je soms iets beter begrijpen waarom iemand doet zoals hij doet en leeft zoals hij leeft, en kun je ook van jezelf dingen gemakkelijker accepteren.

In opstellingen zie je bij mensen wat er in de onderstroom leeft, en kun je met andere ogen naar jezelf en naar anderen kijken.

Uiteraard zijn we gebonden aan regels, die belangrijk zijn om als referentiekader te hebben om de maatschappij voor iedereen leefbaar en prettig te houden. Maar besef dat achter het gedrag van mensen altijd een mens zit, een persoon, die is gevormd door zijn of haar leven, en die soms niet anders kan dan laten zien wat hij laat zien ..

Alles wil gezien worden

 

Eerdere column:

Afscheid, rouw en verdriet alsnog nemen en verwerken.

 

We horen om ons heen veel verdrietige verhalen over mensen die ernstig ziek worden en soms zelfs binnen korte tijd komen te overlijden. Verhalen over afscheid dat niet genomen kan worden, wat een gevoel van eenzaamheid en verdriet teweegbrengt.

Eenzaamheid in het hele ziekteproces, eenzaamheid onder ouderen, eenzaamheid onder vrienden en vriendinnen, onder ouders, collega’s, bij onszelf. We krijgen er allemaal op een of andere manier mee te maken.

Diep in mij zijn er momenten geweest van paniek, van zorg, van angst, van eenzaamheid, afgewisseld met momenten van dankbaarheid, van inzichten, van hoop en vertrouwen.

In ons werk met opstellingen komt met regelmaat naar voren dat mensen geen (goed, gewenst) afscheid hebben kunnen nemen van hun geliefde, hun kind, vader, moeder, vriend, vriendin. De leegte die is ontstaan is opgevuld met onverwerkt verdriet en pijn, en vaak ook spijt.

Mensen kunnen op dat vlak niet verder met hun leven en blijven steken, waardoor nieuwe contacten bemoeilijkt worden en er vaak sprake is van steeds terugkerende tranen, dromen, en soms ook nachtmerries. Onverwerkt verdriet kan veel aanrichten in een mensenleven en ook in een mensenlichaam.

Soms gaat het niet genomen afscheid om mensen die nog in leven zijn, maar waar geen contact meer mee ( mogelijk) is, en soms zijn de personen in kwestie overleden.

Een afscheidsritueel is dan waar we voor kiezen binnen een opstelling. Met veel respect kan dan een relatie die tot een eind is gekomen (door scheiding, een overlijden, verhuizing) alsnog de juiste plek krijgen in een mensenleven.

Mensen voelen daarna opluchting en dankbaarheid dat dit toch nog heeft kunnen plaatsvinden en kunnen weer verder met hun leven, met meer lichtheid en een prettiger gevoel over het afscheid.

In deze (vreemde Corona-) tijd denk ik veel aan de mensen die dierbaren verliezen die ze niet meer hebben kunnen spreken, voelen, zien.

Een mooie mogelijkheid om dat alsnog te doen, dient zich aan in ons werk. Zoals ze in kerken bijeenkomsten gaan organiseren om alsnog een afscheid te kunnen nemen van een dierbare, zo organiseren wij onze opstellingen met mensen zodat zij het niet genomen afscheid alsnog een plekje kunnen geven.

We hopen dat we op korte termijn weer opstellingsdagen kunnen organiseren en zijn er tot die tijd online voor iedereen die hier eens naar wil kijken. Ook zijn we telefonisch te bereiken.

 

Eerdere column:

In de stilte gaat weer open wat zo lang gesloten was.

Ogen zien wat was verborgen, angst houdt dat niet langer vast”

Een lied wat ik als jong kind met mijn ouders, zussen en wat andere mensen zong in de kapel in Uden. Mijn broer begeleidde ons op het orgel en ik mocht, vol trots, voor een volle kapel vanaf het balkon mee zingen. Hoe klein ik ook was, ik genoot ervan.

Dit lied krijgt nu, vele jaren later, een nog diepere betekenis voor mij.

Ik hoor mensen wel eens zeggen:

‘Ik ben nou eenmaal zo, je hebt me maar te accepteren zoals ik ben.’

Daar zit een mooie aanvaarding in van hoe iemand is en zijn of haar tevredenheid, maar misschien ook berusting, met de situatie.

Wij mensen, en dat geldt voor de hele natuur, zijn echter geen status quo.

Kijk naar buiten, naar de bloemen en de planten, de vogels en de lucht.

Alles verandert voortdurend, niets blijft zoals het is, nog geen seconde..

In mijn optiek is wat wij ‘autisme’ en ‘ASS’ (Autisme Spectrum Stoornis) noemen ook zeker geen status quo.

Geslotenheid in mensen komt ergens uit voort, meestal door opgedane ervaringen in het verleden... in hun eigen leven of in dat van een of meer generaties voor hem of haar.

Waarom berusten we als samenleving in diagnoses als ‘autistisme’, ‘gesloten’ of ‘in zichzelf gekeerd’? Waarom leren we mensen te roeien met de riemen die ze op dat moment hebben in plaats van een opening te zoeken? Kijk naar een bloem, die ’s nachts gesloten is en overdag in de zon volledig opengaat. Een proces dat zich steeds opnieuw voltrekt

Er is in mijn overtuiging slechts bereidheid nodig om écht te kijken en de moed om de onderliggende angst aan te gaan. Het afsluiten is een overlevingsmechanisme om de angst, pijn en verdriet die ontstaan in het contact met de buitenwereld het hoofd te kunnen bieden.

Soms, als het om jongeren of kinderen gaat, is de steun van de ouders nodig om dit proces op gang te brengen. Bij volwassenen is soms de steun en aanmoediging nodig van een andere volwassene die bereid is om die begeleiding te bieden.

Door een prachtige en waardevolle opstellingsmiddag, die in het teken stond van ‘autisme’, is bij mij een kiem van enthousiasme ontsproten en heb ik veel zin gekregen om jongeren en volwassenen te begeleiden die op wat voor manier dan ook moeite hebben om de verbinding te maken met zichzelf en de ander. Soms worden er minimale stapjes gezet en soms ook hele grote; gebeurtenissen waarvan je nooit had durven dromen.

Sinds mijn opleiding in het systemisch werk heb ik bij mezelf, in mijn gezin en bij vele anderen beweging zien ontstaan. Als er bij één persoon wat verandert, dan verandert er iets in het hele systeem.

In een opstelling met een jongen in de puberleeftijd, gediagnosticeerd met ASS zag ik iets moois gebeuren. Hij was in staat om van een gesloten en verdrietige jongen steeds meer open te gaan, en uiteindelijk zelfs in staat om een ander haar handen vast te pakken en aan te kijken. Er kwam een prachtige helende beweging op gang die ontroerend was om te zien.

De tekst van het lied zie ik, in al zijn eenvoud en pracht, als metafoor voor een opstelling. Niets wat leeft in onze wereld blijft hetzelfde, nog geen seconde.

Alles is en blijft altijd in beweging. En als je durft te kijken en de angst durft te omarmen dan ontstaan soms de prachtigste bewegingen.

In de stilte gaat weer open wat zo lang gesloten was.